“Teaching Jewish heritage isn’t only about building identity; at the risk of sounding racist, its about ensuring the survival of the tribe.” Raanan Gissin (belangrijkste adviseur van Ariel Sharon)
“So why is tribalism and our ethnic heritage so important? Despite what the Marxists would like to believe, our genetical heritage is the most important cultural marker…” Anders Breivik (massamoordenaar en christelijk-zionist)
Het woordje tribalisme, gezien als verwijzing naar een wereld van collectieve oerdriften, waar de mens die ‘massa’ te worden de mensheid verdeelt in ‘machthebbers of gebruikers’ en ‘machtelozen of gebruikten’…, speelde ooit een rol van betekenis binnen de belevingswereld van wat men ‘de liberale intellectueel’ noemt.
In die verre, vergeten, tijden (vooral in de jaren dertig en veertig van de 20e eeuw, denk aan ‘De opstand der horden’ van José Ortega y Gasset) waren liberale intellectuelen anarchistisch ingestelde mensen die niet wilden behoren tot ‘de massa’, ‘de horde’ of – zoals Likoed-ideoloog Gissin het hierboven uitdrukt – ‘the tribe’ (de stam).
In die tijd was een intellectueel in staat in een simpel, eenvoudig buitenbeentje een geestverwant te zien.
Niet het elitaire antigevoel (‘wij zijn machtige stamhoofden die een geestelijk gelijkgeschakelde horde aanvoeren’) bepaalde de keuzevrijheid van een intellectueel, maar het simpele besef dat intelligentie alleen daar kan bestaan waar de ratio een verbond sluit met al datgene wat van een mens een vrije, eenvoudige of kinderlijke, eenling maakt.
Een liberaal, simpel gezegd, verdedigde het vrije individu en hij verwierp alle vormen van collectivisme die de geestelijk onafhankelijke eenling tot gemarginaliseerde zondebok willen uitroepen.
Lees meer over dit bericht